Onderzoek Chemie Park Delfzijl naar invloed bevingen op installaties

Aan het woord

Ook op het Chemie Park Delfzijl vormen aardbevingen sinds de zware beving van 2012 een belangrijk thema. Welke invloed hebben deze gasbevingen en hoe groot zijn de risico’s? Johan Visser, site-director van AkzoNobel en het Chemie Park Delfzijl, is betrokken bij het zoeken naar het antwoord op deze vragen.

Vergroot afbeelding
Industrie Akzonobel, Johan Visser

‘Als overheid en chemie zijn we recent een goed kader overeengekomen voor een maatgevend bevingsscenario (vijf op de Schaal van Richter bij Loppersum) en een toetskader voor de installaties. Uit deze toets moet blijken of geen gevaarlijke stoffen vrijkomen bij een beving van vijf of hoger. We zijn nu nog vooral berekeningen aan het maken. Ook hebben we in 2015 het bedrijfsnoodplan van het Chemie Park Delfzijl al aangepast op het scenario gasbevingen.’

Stuurgroep Industrie

Visser zit namens AkzoNobel en het Chemie Park in de stuurgroep Industrie om methoden vast te stellen voor het onderzoeken van de bestendigheid van de installaties bij gasbevingen en de financiële kaders. Op basis van de toetsrapporten schat Visser in het eerste kwartaal volgend jaar in gesprek te kunnen gaan met de omgevingsdienst en de andere toezichthouders.

Visser geeft aan vanuit AkzoNobel altijd proactief te hebben meegedacht. ‘Mochten er gevoelige installaties zijn, dan is het handig om meetmethodes te introduceren die in een vroeg stadium vast kunnen stellen of er iets aan de hand is. Met de omgevingsdienst is daarom een actieve dialoog gevoerd over vervormingmetingen en tiltmeters.’

Leerzaam

Inspecties bij onze bedrijven door toezichthouders starten op het moment dat alle toetsrapporten, waar nu nog volop aan gewerkt wordt, definitief zijn. ‘Dat hebben we met elkaar zo afgesproken. Een inspectie is denk ik heel leerzaam. Als de berekeningen van de installaties klaar zijn, gaat de industrie, indien nodig, maatregelen nemen op basis van een conservatieve, maar in mijn ogen realistische inschatting van de risico’s op schade door gasbevingen.’