De versterkingsopgave in Groningen draait in de eerste plaats om de veiligheid van mensen. Maar ook de dieren die in en rond gebouwen leven, moeten beschermd worden. Daarom werken we samen met ecologische adviesbureaus, zoals Bureau Biota. We spreken Gabi Milder-Mulderij, één van de directeuren van dit bureau. Wat is eigenlijk het belang van ecologie tijdens de versterking? En hoe werkt dat precies?
Bureau Biota helpt ons bij de versterking van woningen door ecologisch onderzoek en begeleiding. Het bureau bekijkt vóór de versterking of er beschermde dieren in of rond een woning zouden kunnen leven, zoals huismussen, gierzwaluwen of vleermuizen. Als dat mogelijk is, wordt een gebouw voordat het versterkt gaat worden, tijdelijk natuurvrij gemaakt. De dieren kunnen dan het pand wel verlaten, maar even niet meer terug naar binnen.
Tijdens werkzaamheden begeleidt Bureau Biota aannemers. De ecologen letten er ook op dat de werkzaamheden zorgvuldig gebeuren. Na afloop zorgen ze ervoor dat er altijd nieuwe verblijfplaatsen in de woningen terugkomen, zodat de dieren in dezelfde omgeving kunnen blijven leven.
Gabi inspecteert de gebouwen
Bezoek van ecoloog
Voor bewoners is het soms een verrassing als er tijdens de versterking van hun woning een ecoloog langskomt. Waarom is dat eigenlijk nodig? Het antwoord is simpel: veel huizen in Groningen bieden onderdak aan beschermde diersoorten, zoals huismussen en gierzwaluwen. We mogen deze dieren volgens de wet niet zomaar verstoren en we moeten ervoor zorgen dat zij hun verblijfplaats niet permanent verliezen. Door dit goed te regelen, voorkomen we vertraging in de versterking.
Hoe werkt natuurvrij maken?
Voordat een woning versterkt wordt, maken we die vaak natuurvrij. Dit betekent dat we alle mogelijke toegangen voor dieren tijdelijk en gecontroleerd afsluiten. Dit doen we zorgvuldig en op vaste momenten in het jaar. Zo storen we dieren niet tijdens kwetsbare periodes, zoals het broedseizoen. ‘We sluiten openingen zo af dat dieren er nog wel uit kunnen, maar tijdelijk niet meer naar binnen kunnen kruipen. Zo komen ze niet klem te zitten als de versterking gaat plaatsvinden’, legt Gabi uit. Dit natuurvrij maken is een nauwe samenwerking tussen aannemer en projectecoloog. Als de aannemer onder begeleiding van ons goed natuurvrij heeft gemaakt kunnen wij een natuurvrijverklaring afgeven, een bewijs dat het gebouw vrijgegeven wordt voor aanvang van de versterking.
De (tijdelijke) vleermuiskasten
Wisselwoningen voor vogels en vleermuizen
Als we een woning natuurvrij maken, betekent dat niet dat er helemaal geen dieren meer zijn. Gabi: 'Een woning natuurvrij maken is nooit het eindpunt. Er komen altijd nieuwe verblijfplaatsen voor dieren terug.'
NCG heeft over het terugplaatsen van verblijfplaatsen bij ‘algemene’ adressen vaste afspraken met de provincie gemaakt. Per woning (als deze geen bijzonderheden heeft):
- 3 nestplaatsen voor huismussen,
- 3 nestplaatsen voor gierzwaluwen,
- 1 klein vleermuisverblijf,
- en om de vijf woningen een grote vleermuisvoorzieningen.
Het aardbevingsgebied is opgesplitst in meerdere deelgebieden. Zo’n deelgebied noemen we een salderingsgebied. Binnen elk salderingsgebied mag maar 25 procent van de woningen tegelijk natuurvrij zijn. Zo blijft er in iedere wijk genoeg ruimte voor bijvoorbeeld vleermuizen en zwaluwen over om elders een ander plekje te vinden. ‘We streven ernaar dat dieren altijd een andere verblijfplek in de buurt kunnen vinden als ze tijdelijk uit moeten wijken omdat een woning versterkt moet worden. De uitwijkplekken zijn dan eigenlijk de wisselwoningen voor beschermde vogels en vleermuizen’, zegt Gabi. ‘Na de versterking kunnen ze dan weer terugkeren.’
Bijzondere gebouwen vragen om maatwerk
Niet alle woningen zijn hetzelfde: een rijtjeshuis in een woonwijk vraagt om andere maatregelen dan een boerderij in het buitengebied. Bij die laatste komen vaak meer of andere soorten voor, zoals kerkuilen of boerenzwaluwen. In zulke gevallen is extra zorg nodig: ‘Als je een groot schoolgebouw hebt waar vleermuizen samen overwinteren, dan kan het verlies van die plek een groot effect hebben op die vleermuizen. Dan kijken we samen met de provincie welke oplossingen passen. Dat is echt maatwerk.’
Ook onverwachte situaties komen voor. ’Huismussen zijn heel honkvast. Soms sluiten we zorgvuldig een dak af, maar weet een mus toch weer een gaatje te vinden. Dan broeden ze alsnog en moet de planning worden aangepast. Daarom zijn natuurvrijverklaringen maar één jaar geldig.’ Als een gebouw langer dan een jaar ‘natuurvrij staat’ moet er gecontroleerd worden of alle maatregelen nog goed op de plek zitten, voordat er versterkt kan worden.
Samenwerking met bewoners en aannemers
De rol van Bureau Biota is vooral praktisch. Projectecologen begeleiden aannemers tijdens het werk. Ze controleren of openingen goed worden afgesloten en of nestkasten juist zijn geplaatst. Soms moeten we ter plekke schakelen als onverwachte situaties ontstaan. Gabi: ‘Je moet soms echt meedenken vanuit het dier. Als je niet weet ‘hoe een vleermuis werkt’, dan is het ook lastig om daar goede voorzieningen voor aan te brengen. Daarom zijn wij erbij. Voor bewoners is dit soms even wennen.' Bewoners die al jaren in onzekerheid zitten, ervaren ecologisch onderzoek soms als extra vertraging. ‘Ik snap die frustratie heel goed’, zegt Gabi. ‘Maar juist door dieren vooraf goed mee te nemen, voorkomen we dat de versterking later opnieuw stilvalt.’
Het werk als ecoloog levert mooie momenten op. ‘Ik kwam eens bij een huis en een jongentje die daar woonde was zo geïnteresseerd, dat hij ons hielp met het aangeven van materialen. Voor hem was dat een spannend avontuur. Dat soort contact maakt het werk ook leuk. Bij de versterking van een loods hebben we samen met de aannemer een speciale vleermuisvoorziening in het dak gebouwd. Dat leverde een blijvende verblijfplaats op. Het is mooi als aannemers daar ook enthousiast over zijn en meedenken.’ Op die manier blijft Groningen veilig voor mensen en leefbaar voor dieren.