Budget voor de (indeling), afwerking en inrichting van uw woning

De indeling en inrichting van uw oude woning bepaalt hoeveel budget (geld) er is om uw nieuwe woning in te delen, af te werken en in te richten. Omdat dit voor elke woning anders is, noemen we dit een bewonersgebonden budget. Dit budget bestaat uit twee delen: het A-deel en het B-deel.

A-deel:

Het casco van uw nieuwe woning is vergelijkbaar met het casco van uw oude woning. Het casco noemen we de basiswoning. Casco betekent dat alleen de dragende constructies van het dak worden opgeleverd. Verder wordt het huis aan de buitenzijde wind- en waterdicht gemaakt, dus met dakpannen, deuren en ramen.

Wanneer u uw basiswoning had uitgebouwd met bijvoorbeeld een garage of een erker, dan is er budget om deze uit- of aanbouw ook te bouwen in de nieuwe woning. Dit noemen we het A-deel van het bewonersgebonden budget. Omdat niet elke woning hetzelfde is verbouwd kan de hoogte van dit budget voor eenzelfde soort woning verschillend zijn.

B-deel:
Het B-deel van uw bewonersgebonden budget kunt u gebruiken om uw woning af te werken en in te richten.

Daarbij gaat het om zaken die niet kunnen worden meegenomen naar de nieuwe woning. Zoals uw vloerbedekking, de keuken en het sanitair. Als in de nieuwe woning de maten van de ramen anders zijn dan in de oude woning, kunnen ook de gordijnen en de zonwering hieronder vallen. Moet u vanwege de bouw uw tuin opnieuw inrichten? Dan valt dit ook onder het B-deel. De hoogte van dit B-deel bepalen we op basis van de afwerking en inrichting van uw oude woning.

We bepalen de hoogte van het budget voor het A- en B-deel als volgt:

1. Een onafhankelijke kostendeskundige (niet van NCG) bezoekt in opdracht van NCG uw oude, te slopen woning. Met een controlelijst, plattegronden en foto’s beschrijft hij:
   • welke aan- en uitbouwen er zijn;
   • hoe de woning is ingericht en afgewerkt.
      
2. De kostendeskundige maakt hiervan een rapport. Dit is het opnamerapport.
    
3. De aannemer die ook de basiswoning voor het nieuwe huis bouwt, brengt een offerte uit voor het terugbouwen van een aan- en of uitbouw (het A-deel) die u ook in uw oude woning had. 
    
4. De kostendeskundige geeft in het opnamerapport aan wat de waarde van de inrichting en afwerking in uw oude woning is (het B-deel). Zoals de waarde van uw sanitair of vloerbedekking. Hiervoor gebruikt hij een catalogus waarin de waarde van de standaardonderdelen is vastgelegd. Daarbij kijken we altijd naar wat het kost om een onderdeel weer op te nemen in de nieuwe woning.
    
5. De waarde van het A- en B-deel samen bepaalt de hoogte van het bewonersgebonden budget. Dit leggen we vast in het ‘Waarderapport bewonersgebonden budget’. U ontvangt dit rapport via de mail of via de post.
    
6. Dit rapport bespreken we met u.

Als eigenaar van de woning kunt u met het budget schuiven binnen het A- en het B-deel. Maar ook tussen het A- en het B-deel. Had u bijvoorbeeld in uw oude woning een erker? Dan kunt u het geld dat nodig is om de erker te bouwen bijvoorbeeld ook inzetten voor een extra slaapkamer op de begane grond. Of voor een mooie badkamer.

Doordat u met het budget kunt schuiven kunt u uw nieuwe woning deels naar eigen wens bouwen en inrichten. Voorwaarde is wel dat uw nieuwe woning voldoet aan de geldende regelgeving en aardbevingsbestendig is.

Het deel van het bewonersgebonden budget (A-deel) dat u wilt uitgeven aan de bouw van uw woning nemen we op in het uitvoeringsplan en versterkingsbudget. Het gaat dan om het bouwen van een aan- of uitbouw. De bouwwerkzaamheden die zijn opgenomen in het uitvoeringsplan worden uitgevoerd door één aannemer.

De afwerking en inrichting van uw woning (het B-deel) kunt u (deels) laten uitvoeren door:

• de aannemer die uw huis bouwt. Het hiervoor beschikbare budget nemen we dan op in het uitvoeringsplan en het versterkingsbudget;
• een andere aannemer of leverancier die u zelf regelt. Er zijn dan twee mogelijkheden:
  1. U levert de facturen in bij NCG en NCG betaalt de factuur;
  2. U ontvangt dit deel van het budget op uw rekening en u betaalt zelf de aannemer of leverancier.

Welke voorwaarden en risico’s bij de verschillende mogelijkheden horen bespreken we met u.

1. Budgetschuiven voorafgaand aan de bouw van het casco

Voorafgaand aan de bouw kunt u schuiven met uw budget binnen het A-deel, binnen het B-deel en tussen het A- en B-deel. Door een onderdeel te schrappen of eenvoudiger uit te voeren kunt u een ander onderdeel toevoegen of uitgebreider opnemen.

Voorwaarden voor budgetschuiven voorafgaand aan de bouw zijn:

• Het ‘bewonersgebonden budget’ is het maximaal te besteden budget. Tenzij u eigen geld wilt besteden aan uw nieuwe woning.
• Schuiven binnen het A-deel kan alleen als de aannemer die de basiswoning bouwt de gewenste aanpassingen kan uitvoeren. Het A-deel is niet in te zetten voor aanpassingen aan het casco ná de oplevering van de woning. Het uitvoeren van het A-deel gebeurt door de aannemer die ook het casco bouwt.
   
• De aanpassingen die u wilt dragen bij aan het resultaat: een bewoonbaar huis dat voldoet aan de geldende regelgeving en aardbevingsbestendig is.

Wilt u budgetschuiven voorafgaand aan de bouw? Dan legt NCG de gemaakte keuzes vast. U tekent voor de gemaakte keuzes. Het gaat dan om alle keuzes die direct verbonden zijn aan het casco, zoals sanitair en keuken of een slaapkamer op de begane grond.

2. Budgetschuiven tijdens de bouw

Tijdens de bouw kunt u alleen nog schuiven met het budget uit het B-deel waarover niets is vastgelegd. Laat u bijvoorbeeld niet alle onderdelen uit het B-deel uitvoeren door de aannemer die de nieuwe woning bouwt? Dan kunt u de verdere afwerking door derden laten uitvoeren. Bijvoorbeeld door een andere aannemer of door een badkamerspecialist.

Gaat het om onderdelen die volgens het bouwbesluit van de overheid noodzakelijk zijn in een woning? Dan is het uw verantwoordelijkheid om binnen 36 maanden na oplevering ervoor te zorgen dat de woning voldoet aan het bouwbesluit. In het bouwbesluit staan de regels voor bouwen voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu.

Bij de versterkingswerkzaamheden is het soms nodig om onderdelen van uw woning te verwijderen. Is uw keuken bijvoorbeeld bevestigd aan een muur die versterkt moet worden? Dan kan het zijn dat we de keuken moeten verwijderen en niet meer zonder schade kunnen terugplaatsen. Voordat de versterking begint bepaalt een onafhankelijke kostendeskundige dan de waarde van uw keuken. Hiervoor krijgt u een vergoeding.

U krijgt een vergoeding voor alle onderdelen die beschadigd raken of verwijderd worden door de versterking van uw woning. Omdat elke situatie anders is noemen we alle vergoedingen samen een bewonersgebonden budget. Met dit budget kunt u uw woning afwerken en inrichten, zoals u dat wilt.

We bepalen de hoogte van het bewonersgebonden budget als volgt:

1. Een onafhankelijke kostendeskundige (niet van NCG) bezoekt in opdracht van NCG uw woning. Met een controlelijst, plattegronden en foto’s beschrijft hij hoe de woning is ingericht en afgewerkt.
    
2. De kostendeskundige maakt hiervan een rapport. Dit is het opnamerapport.
    
3. De kostendeskundige geeft in het opnamerapport aan wat de waarde van de inrichting en afwerking in uw oude woning is. Zoals de waarde van uw sanitair of vloerbedekking. Hiervoor gebruikt hij een catalogus waarin de waarde van de standaardonderdelen is vastgelegd. Daarbij kijken we altijd naar wat het kost om een onderdeel weer op te nemen in de nieuwe woning.
    
4. De waarde van alle te verwijderen onderdelen samen bepaalt de hoogte van het bewonersgebonden budget. Dit leggen we vast in het ‘Waarderapport bewonersgebonden budget’. U ontvangt dit rapport via de mail of via de post.
    
5. Dit rapport bespreken we met u. 

Als eigenaar van de woning kunt u met het budget schuiven. Beschadigt uw keuken bijvoorbeeld door de versterking? En heeft u op de wanden in de keuken speciaal stucwerk? Dan kunt u bij de afwerking van uw keuken ook kiezen voor eenvoudige wanden. Het geld dat u niet uitgeeft aan de wandafwerking kunt u dan bijvoorbeeld gebruiken voor meer keukenkastjes. Doordat u met het budget kunt schuiven kunt u uw versterkte woning deels naar eigen wens inrichten.

De afwerking en inrichting van uw woning kunt u (deels) laten uitvoeren door:

• de aannemer die uw huis bouwt. Het hiervoor beschikbare budget nemen we dan op in het uitvoeringsplan en het versterkingsbudget;
• een andere aannemer of leverancier die u zelf regelt. Er zijn dan twee mogelijkheden:
  1. U levert de facturen in bij NCG en NCG betaalt de factuur;
  2. U ontvangt dit deel van het budget op uw rekening en u betaalt zelf de aannemer of leverancier.

 Welke voorwaarden en risico’s horen bij de verschillende mogelijkheden bespreken we met u.

1. Budgetschuiven voorafgaand aan de versterking

U kunt voorafgaand aan de versterking schuiven met uw bewonersgebonden budget. Door een onderdeel te schrappen of eenvoudiger uit te voeren kunt u een ander onderdeel toevoegen of uitgebreider opnemen. Het ‘bewonersgebonden budget’ is het maximaal te besteden budget. Tenzij u eigen geld wilt besteden aan uw versterkte woning.

Wilt u schuiven met het budget voorafgaand aan de versterking? Dan legt NCG de gemaakte keuzes vast. U tekent voor de gemaakte keuzes. Het gaat dan om alle keuzes die direct verbonden zijn aan het casco, zoals sanitair of de keuken.

2. Budgetschuiven tijdens de versterking

Tijdens de versterken kunt u alleen nog schuiven met het niet vastgelegde budget. NCG legt de gemaakte keuzes vast. U tekent voor de gemaakte keuzes.

Laat u niet alle onderdelen uit het B-deel uitvoeren door de aannemer die uw huis versterkt, dan kunt u de verdere afwerking door derden laten uitvoeren. Bijvoorbeeld door een andere aannemer of door een badkamerspecialist.

Gaat het om onderdelen die volgens het bouwbesluit van de overheid noodzakelijk zijn in een woning? Dan is het uw verantwoordelijkheid om binnen 36 maanden na oplevering ervoor te zorgen dat de woning voldoet aan het bouwbesluit. In het bouwbesluit staan de regels voor bouwen voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu.