‘We zwaaien altijd even naar elkaar’
Aan het woord
Het zorgcentrum Alegunda Ilberi van stichting De Hoven in Bedum wordt op dit moment versterkt. We trekken de laarzen aan en Jan Ligtlee (hoofd huisvesting en techniek) en Rolf Berends (bouwmanager BCN Groep) vertellen tijdens een rondleiding hoe ze ervoor zorgen dat er zo weinig mogelijk overlast is voor de (kwetsbare) ouderen.
Samenwerken met verschillende partijen
Op de begane grond van Alegunda Ilberi wonen ouderen met lichamelijke problemen. Op de verdiepingen erboven wonen ouderen met dementie die verpleging nodig hebben. Verschillende partijen werken samen in een bouwteam om dit gebouw te versterken. Zo zorgde project- en bouwmanagementbureau BCN Groep voor de nodige voorbereiding en afstemming en heeft bouwkundig ingenieursbureau W2N het versterkingsadvies uitgewerkt. Jan is van de stichting De Hoven en is eigenaar van het gebouw. Aannemer Kooi doet de uitvoering en Nationaal Coördinator Groningen (NCG) is de opdrachtgever en coördineert deze versterking.
Zware aanpassingen opnieuw bekeken
In het begin waren er zorgen over de fundering. Als de fundering aangepakt zou moeten worden dan zouden alle bewoners moeten verhuizen. ‘Dit is opnieuw bekeken en na de herberekening bleek dat deze zware aanpassingen niet nodig zijn en voor een aantal ruimtes alleen wanden en vloeren versterkt moeten worden. Hierdoor hoeft nu niet iedereen te verhuizen’, legt Rolf uit. ‘Als je alle bewoners naar andere plekken buiten dit zorgcentrum moet gaan verhuizen, dan heeft dat eigenlijk een te grote impact voor deze mensen. Dus het is heel fijn dat dat nu niet hoeft’, vult Jan aan.
Nieuwsgierige bewoners
Als we aan de buitenkant langs een aantal ramen lopen, zien we een nieuwsgierige bewoner naar ons kijken. Jan zegt: ‘We zien dat sommige bewoners wel van een beetje reuring houden en nieuwsgierig zijn naar wat we hier allemaal aan het doen zijn. We zwaaien altijd even naar elkaar als we langs iemands woning lopen. Ook sta ik altijd open voor een praatje.’
Rust in het gebouw houden
We lopen de steiger op en af en komen op de binnenplaats bij een ruimte waar de muren en vloer versterkt worden. Jan: ‘De ruimtes zijn afgezet met een stofschot, zodat de bewoners geen prikkels krijgen en niet per ongeluk de bouwplaats op kunnen lopen. Zo hebben wij ook geen contact met de zorgmedewerkers en bezoek. En houd je rust in het gebouw.’
Eerste fase begonnen
Rolf laat op zijn tablet zien wat de planning is en vertelt: ‘De eerste fase is nu begonnen, van in totaal vier fases. Elke fase heeft een eigen startdatum en een deadline. We hebben de werkzaamheden die bij elkaar liggen in fases onderverdeeld, zodat we de mensen hier zo weinig mogelijk storen. In november moet alles klaar zijn. Tijdens de volgende fases moeten in totaal acht bewoners uit hun appartementen, omdat we dan die ruimtes moeten versterken. We zorgen ervoor dat deze bewoners in tijdelijke appartementen gewoon hier in Alegunda Ilberi kunnen blijven wonen. Ook weer om voor zo weinig mogelijk overlast voor deze mensen te zorgen.’
Luisteren naar de cliëntenraad
Als we na de rondleiding nog een kop koffie drinken met Jan, groet hij een bewoner op een scootmobiel. ‘Deze bewoner zit in de cliëntenraad. In de cliëntenraad van Alegunda Ilberi zitten vooral veel familieleden van bewoners, omdat hier natuurlijk veel ouderen met dementie wonen. De cliëntenraad is bij het begin van de plannen betrokken geweest en wij luisteren naar wat zij te zeggen hebben. Daar houden wij zeker rekening mee bij de uitvoering’, geeft Jan aan.
Bijzonder en uitdagend
Projectmanager Anas van NCG: ‘Dit is een heel bijzonder en uitdagend versterkingsproject. Doordat de ouderen minder kunnen verdragen, moet je naar oplossingen zoeken die zorgen voor veiligheid en zo min mogelijk overlast. Alles moet uitgevoerd worden met zo min mogelijk lawaai, bijvoorbeeld door andere boormachines te gebruiken. Ook ga je normaal gesproken gewoon door de voordeur naar binnen, maar dat kan hier ook niet. Daarom hebben we een steiger ontworpen om van buiten naar binnen te komen. We houden dus heel goed rekening met de mensen die hier wonen en hopen dat ze hiermee weinig last van ons hebben.’