Inspectie NOVO-panden: zo voorzichtig mogelijk
Aan het woord
Gebouwen waar veel mensen samenkomen, krijgen voorrang bij de versterkingsopgave. In de tweede helft van 2017 zijn ongeveer 70 zorggebouwen geïnspecteerd, waaronder verpleeghuizen, verzorgingshuizen, woongemeenschappen en dagbestedingen op het gebied van verpleging en verzorging, gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg. David Koehler, zorgposthoofd bij NOVO (Siddeburen), vertelt hoe hij deze inspectie heeft ervaren.
‘In sommige zorgpanden van NOVO verblijven cliënten die intensieve begeleiding nodig hebben, en die niet tegen onverwachte prikkels kunnen. Daarom was het fijn, toen onze gebouwen geïnspecteerd moesten worden, dat we van te voren eerst uitvoerig konden overleggen over de vraag hoe.'
Dat zegt David Koehler, zorgposthoofd bij NOVO, locatie Siddeburen. NOVO heeft daar meerdere panden, waar volwassenen vanaf achttien jaar intensieve en langdurige zorg krijgen. Ook deze gebouwen hadden last van bevingsschade en moesten worden geïnspecteerd om te kunnen bepalen of ze aardbevingsbestendig zijn. ‘Door het goede overleg vooraf hebben we onze cliënten kunnen ontzien en kon alles in één dag worden afgerond. Een dikke voldoende!’, aldus Koehler.
‘Zorgpanden’ vereisen een specifieke benadering bij inspecties. ‘Je wilt natuurlijk niet dat er iemand van ons op een ongelukkig tijdstip inspectiewerkzaamheden komt verrichten. Daarom voeren we eerst uitgebreid overleg met het zorgteam, verzorgt het zorgteam de communicatie met de bewoners en lopen zij mee tijdens de inspectie. Immers, zij kennen de bewoners het beste’, vertelt Carlo Hadderingh. Hij is teamleider bij VIIA, een samenwerkingsverband van advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV en VolkerWessels-onderneming Visser & Smit Bouw. VIIA is één van de organisaties die huizen en gebouwen inspecteert en onderzoekt of ze aardbevingsbestendig zijn.
‘Elke locatie en iedere cliënt is uniek. Als je daar rekening mee houdt, dan komen we er altijd uit’
Volgens Hadderingh is het bij de zorgpanden cruciaal om eerst een inspectieplan te maken en de bijzonderheden door te nemen. ‘Wáar kunnen we wanneer terecht en waar kan het niet, om zo de impact te beperken. Je wilt niet dat we bewoners storen tijdens hun dagelijkse routines. Of dat ze last zouden hebben van lawaai als we boren of graven.’
‘Elke locatie en iedere cliënt is uniek. Als je daar rekening mee houdt, dan komen we er altijd uit’, aldus Carlo Hadderingh.