‘Na de oplevering van een huis is het voor veel bewoners nog niet klaar’
Aan het woord
Jodi Kremer is aardbevingscoach voor de gemeente Groningen. Waar houdt een aardbevingscoach zich eigenlijk mee bezig en wat kan een aardbevingscoach betekenen voor de Groningers die te maken hebben met de gevolgen van de aardbevingen?
Jodi is maatschappelijk werker en is zo’n vijf jaar geleden in de toenmalige gemeente Ten Boer begonnen als aardbevingscoach. Dit doet hij samen met een collega die zich vooral met de opbouw en de sociale verbinding bezighoudt en een collega die zich op kinderen richt. ‘Ik doe individuele zaken en werk aan het voorkomen en het oplossen van sociale problemen die uit de aardbevingsproblematiek komen. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld communicatieproblemen tussen partners. Als de ene partner iets anders wil bij versterking dan de ander. Dan ga ik kijken hoe we de mensen op één lijn kunnen krijgen, zodat het voor iedereen werkbaar wordt. Daarnaast houd ik mij bezig met het contact met instanties. Hoe we weer het overzicht krijgen. Soms help ik mensen met het contact met deze instanties en soms neem ik contact op namens bewoners. Dit hangt af van de problematiek’, legt Jodi uit.
In gesprek blijven
En wat zijn nu de grootste knelpunten die hij tegenkomt? ‘De grootste knelpunten zitten bij mensen waar grote plannen voor bestaan, maar die dat mentaal niet aankunnen. Een voorbeeld: een straat waar alle huizen gesloopt gaan worden, maar waar iemand zijn huis niet uit wil omdat hij dat door medische en psychische redenen niet aankan. Ik probeer om met deze mensen in gesprek te blijven. Kijken hoe we met instanties samen kunnen optrekken om die mensen te ontzorgen’, antwoordt Jodi.
Wanneer ingeschakeld
Jodi zijn hulp wordt op verschillende manieren ingeschakeld. Dit kan via de gemeente, via Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) of bijvoorbeeld via een bewonersbegeleider van NCG. Jodi: ‘De bewonersbegeleiders komen veel bij de mensen thuis en kunnen zo signaleren of er iets aan de hand is waar ik bij kan helpen. Er zijn ook mensen die zichzelf melden bij het sociale team en van daaruit aangeven dat de aardbevingsproblematiek een rol speelt bij hun problemen. Of als iemand de regelgeving niet meer begrijpt en er niet uitkomt. Ik word vooral ingeschakeld bij de adressen waar de problemen zich opstapelen.’
Het kan ook zijn dat zijn hulp gevraagd wordt door de politie: ‘De politie geeft dan aan dat ze het niet helemaal vertrouwen en graag willen dat ik met ze meekijk. Ik ga ook actief bij mensen langs om te horen wat een huis voor ze betekent. Ik luister naar verhalen over hoe bewoners geaard zijn in hun huis. Een huis is veel belangrijker dan je in eerste instantie zou denken. Het is het fundament van hun zijn.’
Verschillende instanties
En hoe kijkt Jodi vanuit zijn functie aan tegen de verschillende instanties waar de inwoners mee te maken krijgen? Jodi: ‘Ik zou het heel fijn hebben gevonden als er maar één loket was geweest. Dat alle dossiers aan elkaar gekoppeld zijn. Dat vragen sneller beantwoord worden en dat problemen voortvarender aangepakt worden. Door het formele antwoord kunnen mensen wantrouwend worden. En dit wantrouwen werkt ook door op andere zaken waar mensen mee te maken hebben.’
Meer oprechte aandacht
‘Mijn advies aan NCG zou zijn om nog meer aandacht voor de mensen te hebben. En dan heb ik het over oprechte aandacht voor de mensen. Vaker vragen wat ze ervan vinden, of ze het nog trekken et cetera. Na de oplevering van een huis is het vaak nog niet klaar. De schilders, hoveniers enzovoort moeten dan vaak nog aan de slag en dat geeft veel drukte en stress. Eigenlijk zou het fijn zijn als NCG drie of zes maanden na de oplevering langs zou kunnen gaan. En dan vragen of er nog zaken zijn die nog steeds niet opgelost zijn en deze dan vervolgens (laten) oplossen.’
Beter geluisterd
Jodi is positief over de afhandeling van de versterking. Jodi zegt: ‘Er wordt sneller gebouwd. Er wordt meer vaart gemaakt. Ook merk ik dat er vanuit Den Haag beter naar ons als aardbevingscoaches wordt geluisterd. Dit komt de inwoners alleen maar ten goede. Er wordt veel gekeken naar de cijfers en misschien te weinig naar wat er is opgeleverd. Ik vind dat de instanties zoals IMG, NCG en gemeente veel vaker kunnen vieren wat ze allemaal hebben bereikt.’